De zelfstandigheid van de gemeente Haaksbergen is daarbij een belangrijke zaak. De collegepartijen hebben dat als uitgangspunt opgenomen in hun coalitieprogramma. In ons verkiezingsprogramma hebben wij ons als VVD fractie ook uitgesproken voor een kleine compacte en efficiënte gemeente. Wij hebben daarbij aangegeven dat het van bovenaf opleggen van een gemeentelijke herindeling onwenselijk is en dat keuze daarin van onderop moeten ontstaan.
Kijkend naar de huidige bestuurlijke en financiële situatie in Haaksbergen wordt het meer en meer de vraag of wij het wel op “eigen kracht” kunnen redden. Daarbij is de vraag relevant ten koste van welke offers dat gaat. Wat heb je aan een zelfstandige gemeente die bestuurlijk slechts een beleidsmatig centrum heeft met een zware overhead bestaande uit een college en een gemeenteraad? Of een gemeente die alle uitvoerende taken met verschillende partners uitvoert en daarmee de controlerende taak van de raad uitholt. De kosten van dit alles worden afgewenteld op de inwoners en hoe leuk is het om in een zelfstandige gemeente te wonen en te werken met een sterk afnemend voorzieningenniveau en in vergelijking met andere gemeentes (te) hoge woonlasten?
Het moment om daar fundamenteel over van gedachten te wisselen is voor ons nog niet aangebroken maar wij sluiten niet uit dat we dat ooit aan de orde zullen stellen. Het is op dit punt “5 voor 12”. De argumenten daarvoor zijn:
- de jaarrekening over 2015 gaat sluiten met een negatief saldo van ergens rond de € 2 miljoen,
- de begroting voor 2016 is marginaal sluitend,
- het eigen vermogen is inmiddels negatief geworden,
- we staan onder preventief toezicht en wij schatten in dat dit ook in 2016 het geval zal zijn,
- er zijn grote onzekerheden met betrekking tot de effecten van het “monstertruckdrama”,
- het voorzieningenniveau staat onder druk en qua woonlasten staan we landelijk in de top.
De begroting 2016 is naar ons oordeel de meest spannende begroting sinds jaren. Na het in onze opvatting teleurstellende jaar 2015 wordt het echt tijd dat er resultaten gaan komen. Het is vooral van belang dat de focus ligt in het concretiseren van plannen binnen de financiële kaders en niet uitsluitend op de goede intenties. Het steeds blijven herhalen van de oorzaken voor de huidige situatie is ons inziens verspilling van energie en is bovendien voor de verhoudingen binnen de raad zelfs contra productief. Op pagina 114 van de begroting is duidelijk te lezen waardoor wij het zo moeilijk hebben. Al sedert een paar jaar lossen wij, in weerwil van een tekort op de jaarrekening, miljoenen af op onze leningen. De reden daarvan is een extreem hoog niveau aan afschrijvingen op grote projecten die in globaal in de jaren tussen 1990 en 2010 zijn gedaan. Wij zijn daarin als gemeente niet uniek; op de positieve effecten van de “huizenbubbel” heeft menige gemeente zich vertild en plukt daarvan nu de wrange vruchten.
De aanpak die het huidige college in financieel opzicht kiest is een voortzetting van de lijn die het vorige college al had ingezet. Achteraf moeten we constateren dat het in de vorige periode niet voldoende is geweest. De plannen die in de begroting vast zijn gelegd zijn tamelijk voor de hand liggend en kunnen in een paar steekwoorden worden vastgelegd:
- verhoging van opbrengsten voor zover haalbaar en wenselijk,
- afstoten van gemeentelijk onroerend goed,
- aanpassen van afschrijvingstermijnen aan de economische levensduur,
- reductie van kosten van het gemeentelijk apparaat.
Als VVD fractie onderschrijven wij deze aanpak. Er is ook simpelweg geen andere oplossing te vinden. Daarvoor zijn de instrumenten te beperkt en bovendien sluit de denkrichting in hoge mate aan bij onze liberale beginselen, die uitgaan van een kleine compacte en efficiënt ingerichte overheid die richting inwoners optimaal presteert met een minimum aan regelgeving.
Maar daarmee is het verhaal nog niet af. Plannen maken is prima maar het gaat bij zeilen in zwaar weer vooral om een vlekkeloze navigatie. Dat is gelijk het grootste punt van zorg voor de VVD fractie. Wij worden te vaak geconfronteerd met kwalitatief onvoldoende uitvoering van beleid , met het terugnemen van slecht voorbereide raadsvoorstellen en met tegenvallers die niet uit externe factoren zijn te verklaren. Juist deze zaken maken het voor ons al VVD fractie moeilijk om een klip en klaar oordeel te hebben over de begroting 2016. Daarnaast hebben wij ons een aantal keren kritisch uitgelaten over de communicatie van het college richting raad en richting inwoners. Juist in moeilijke omstandigheden heb je elkaar als raad en college nodig en het is daarbij ook van belang dat niet tot het college behorende partijen zich verbonden voelen met de problematiek en de bijbehorende oplossingen. Naar onze opvatting ligt daar een schone taak voor ons allen.
Begroting 2016
De inhoud van de begroting is een directe afgeleide van de eerdergenoemde problematiek. Als er geen geld is voor nieuw beleid krijg je een begroting zoals deze. Scherp op de kosten, weinig nieuwe initiatieven en focus op het afstoten van vastgoed. De begroting kent echter wel een aantal forse risico’s die het uiteindelijk zo gewenste positieve resultaat lelijk in de weg kunnen staan. Te denken valt aan:
- de niet ingevulde taakstelling die in 2016 € 200.000 bedraagt en die oploopt tot € 400.000 in 2018,
- de nog te verwachten kosten van de ontbinding van Hameland met al een tegenvaller voor 2016,
- de reorganisatie van het ambtelijk apparaat met wellicht een te laag ingeschatte voorziening,
- de onzekerheden in het sociale domein die in de risicobeheersing hoog scoren,
- het negatieve eigen vermogen dat geen ruimte biedt voor onverwachte tegenvallers,
- het uitstel van de overdracht van WWB dossiers en het risico van oninbaarheid van terugvordering.
Graag zien wij dat het college in de 1e termijn volledige openheid geeft over de mogelijke impact van bovengenoemde zaken. De schijn ophouden dat het wel goed gaat komen helpt ons niet in de besluitvorming.
Gelet op de smalle marges in de begroting zou de VVD fractie het op prijs stellen als op de meest kritische onderdelen een korte periodieke terugkoppeling wordt gegeven in de vorm van een zogenaamde “quick scan”. Het volstaan met twee bestuursrapportages is voor ons in de huidige situatie onvoldoende. Graag vernemen wij van het college of dit een aanvaardbare optie is.
De begroting zelf kent voor ons een tweetal inhoudelijke problemen, die wij ook al tijdens de behandeling van de kadernota hebben benoemd, te weten:
Het Kulturhus
In 2013 heeft de raad er sterk op aangedrongen dat de stichting Iemenschoer en de bibliotheek samen verder zouden gaan als Kulturhus. Er zou een centrum ontstaan voor cultuur, vrijwilligerswerk in samenhang met een bibliotheek. De fusie is tot stand gekomen en na een moeizaam eerste jaar tekenen de eerste contouren zich af. In financieel opzicht is de nieuwe stichting kwetsbaar. Vanuit de op zichzelf goede gedachte dat ook het Kulturhus een bijdrage zal moeten leveren aan de bezuinigingen zijn er diverse gesprekken gevoerd die echter niet hebben geleid tot overeenstemming. Het is niet dat het Kulturhus geen plannen heeft; sterker nog een groot deel van de door het college beoogde bezuinigingen kan op termijn worden ingevuld. De plannen daarvoor zijn klaar maar er is tijd en flankerend geld nodig om op dat ambitieniveau uit te komen. Op dat punt laat deze begroting het Kulturhus in de steek. De legitimering voor de nu vast te stellen bezuiniging van € 190.000 in 2016 ligt ongetwijfeld in de door een raadsmeerderheid in juni aangenomen kadernota. Niettemin is er in die vergadering door alle raadsfracties op aangedrongen om vooral het Kulturhus tegemoet te komen. Dat is in deze begroting niet gebeurd en dat is voor ons als VVD fractie aanleiding om samen met het CDA en de GGH te komen met een amendement, dat als insteek heeft om het jaar 2016 te gebruiken om er als college en Kulturhus samen uit te komen. Dat vraagt om enige financiële verlichting in 2016 hetgeen gelijk de strekking is van het amendement.
Lokale heffingen
In de begrotingsscan Haaksbergen 2015 staat op bladzijde 67 in de aanbevelingen dat de burger reële tarieven in rekening moet worden gebracht. De lasten voor kwijtschelding dienen zolang er sprake is van een sluitende begroting niet als last voor het minimabeleid te worden beschouwd. In de nu voorliggende begroting wordt hiervoor in het meerjarenperspectief van afgeweken. De bedragen voor kwijtschelding worden vanaf 2017 deels ten laste gebracht van het armoede- en schuldenbeleid. Ons inziens is dit, hoewel het per saldo tegen elkaar wegvalt, een ongewenste werkwijze. Er wordt ruimte gecreëerd om op deze wijze de OZB extra te kunnen verhogen.
De voorgestelde verhoging van 5% voor 2016 vinden wij aan de forse kant. Door lagere tarieven voor afvalstoffenheffing en rioolheffing worden de woonlasten per saldo verhoogd met 0,8%. Daarmee zitten wij als gemeente 14,5% boven het landelijk gemiddelde en zijn wij tevens de duurste Twentse gemeente. Gelet op de moeilijke financiële positie is dat wellicht te billijken maar de VVD fractie pleit voor de komende jaren voor terughoudendheid als het gaat om de gemeentelijke lasten.