VVD stelt vragen aan het college over het monstertruckdrama

Op 13 januari heeft de VVD in een raadsvergadering vragen gesteld aan het college over hun handelen ten aanzien van het monstertruckdrama. BEHANDELING BESLUIT VAN 4 NOVEMBER 2015 VAN DE BURGEMEESTER EN BESLUIT VAN 10 MAART 2015 VAN HET COLLEGE M.B.T. VERGUNNING EVENEMENT AUTO EN MOTORSPORTIEF OP 28 SEPTEMBER 2014

Eerste termijn

Het is inmiddels ruim 15 maanden geleden dat het “monstertruckdrama” heeft plaatsgevonden. Dat is al even terug en tegen die achtergrond kun je de vraag stellen of we het er als raad nog over moeten hebben. Voor de slachtoffers en hun naasten maakt deze vergadering niet het verschil. Hun leed en het verwerken ervan blijft nog wel enige tijd spelen. Het recente besluit van burgemeester Kok om niet in beroep te gaan tegen de uitspraak van de bestuursrechter omtrent het ten onrechte verlenen van de vergunning is in onze ogen wel een belangrijke stap. Het geeft nabestaanden en slachtoffers in ieder geval de mogelijkheid om hun recht te halen.

Toch vinden wij als VVD fractie dat we vanavond dit debat moeten voeren. Het gaat daarbij niet om de inhoudelijke aspecten. Die hebben we op 28 mei al aan de orde gehad. Het gaat vooral om de bestuurlijke kant van deze zaak en dan met name om verantwoording en normbesef. De vervreemding van de politiek, die op dit moment plaatsvindt, vindt mede zijn oorzaak in het onvoldoende inhoud geven aan voornoemde begrippen. Voor een college dat in het coalitieprogramma expliciet spreekt van “onze collegeleden vormen een collegiaal team” en van een “open houding en transparantie” lijkt het ons bovendien een vanzelfsprekendheid dat zij daarop worden aangesproken en daarvoor ook open staan.

In de weken en maanden na het drama trok het college “schouder aan schouder” op met burgemeester Gerritsen als externe spreekbuis. Toen de commissie bezwaarschriften de burgemeester adviseerde om de in 2014 verleende vergunning alsnog niet te verlenen stond burgemeester Gerritsen ongetwijfeld voor één van de moeilijkste beslissingen in zijn bestuurlijke loopbaan. Hij nam het besluit om het advies van de commissie bezwaarschriften naast zich neer te leggen en het moet hem ongelofelijk hebben gesteund dat de overige collegeleden zich expliciet achter zijn opvatting schaarden. In het beslisdocument van 10 maart staat onder het kopje College bij lid 2 “uitspreken dat het college achter het besluit van de burgemeester en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen staat”. Vrij naar de drie musketiers zou je zeggen: “Eén voor allen, allen voor één!”.

Direct na het vernemen van het besluit en de communicatie in termen van “met de kennis van nu is het besluit omtrent de vergunning hetzelfde als voorafgaand aan de ramp” hebben wij als VVD fractie de nodige vraagtekens geplaatst. Wij hebben echter gemeend het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid af te moeten wachten om tot een definitief oordeel te komen. In de conclusies spreekt het OVV in termen van “de evenementenvergunning droeg nauwelijks bij aan de beheersing van de risico’s die verbonden waren aan de demonstratie met de monstertruck, die daardoor een bedreiging kon vormen voor de openbare veiligheid”. Deze conclusie leidde, in combinatie met de nodige kritiek over de communicatie, tot een raadsbreed negatief oordeel over de bestuurlijke en uitvoerende handelwijze van de gemeente. Het gevolg is bekend; burgemeester Gerritsen bood na de eerste termijn van de raadsvergadering zijn ontslag aan en de vergadering was daarmee beëindigd. Op zich is dat vreemd als je bedenkt dat er tot op dat moment werd gehandeld vanuit de gedachte van een collegiaal bestuur. De wethouders zwegen collectief en burgemeester Gerritsen moest het die avond in mei moederziel alleen opknappen. Dat moet een eenzaam gevoel hebben gegeven. Waar je verwacht dat de wethouders naar voren zouden stappen om je te steunen zwegen ze in alle talen. Wel één voor allen, maar niet allen voor één!

Wij vinden dat het de wethouders past om hier in de openbaarheid verantwoording af te leggen over hun handelen. We hebben een aantal vragen geformuleerd die wij, en ik zeg dat met klem, door elk van de wethouders individueel beantwoord willen zien.

Het gaat om de volgende vragen:

  • Wat waren uw inhoudelijke en/of bestuurlijke overwegingen om een expliciet collegebesluit te nemen, waarin steun werd gegeven aan het besluit van de burgemeester de vergunning te handhaven ?
  • Bent u persoonlijk aanwezig geweest bij het fractieoverleg van uw partij waarin het standpunt voor de vergadering van 28 mei is bepaald ?
  • Was u voorafgaand aan de bewuste raadsvergadering op de hoogte van het standpunt van uw eigen fractie en heeft u dat gedeeld met de burgemeester en/of collega wethouders ?
  • Zijn er voorafgaand aan of tijdens de raadsvergadering binnen het college of tussen de wethouders onderling afspraken gemaakt over de te volgen strategie met als uiteindelijk resultaat het terugtreden van burgemeester Gerritsen ?
  • Hoe kijkt u persoonlijk terug op uw handelen of liever gezegd op het “niet handelen” in de raadsvergadering van 28 mei ?

In de periode tussen de vergadering van 28 mei en de dag van vandaag is er van de wethouders over deze kwestie niets meer vernomen. Wij leiden daaruit af dat ze kennelijk tevreden zijn geweest over de gang van zaken en de afloop van het debat.

Enige tijd na deze raadsvergadering oordeelde de strafrechter dat de gemeente Haaksbergen zich in strikte zin ook strafrechtelijk zou moeten verantwoorden, ware het niet dat het zogenaamde “Pikmeer arrest” dit niet toestaat.

Inmiddels was waarnemend burgemeester Kok aangetreden en hij gaf aan zich neer te leggen bij de uitspraak die de bestuursrechter zou doen. De uitspraak, die volgde op 28 oktober 2015 luidde dat de rechtbank de beroepen gegrond verklaart , de beslissingen op bezwaar vernietigt en het primaire besluit herroept. Kortom, er is ten onrechte een vergunning verleend voor het evenement op 28 september 2014. In zijn brief van 4 november j.l. geeft de burgemeester aan dat hij geen hoger beroep instelt tegen de uitspraak. Daarmee is voor slachtoffers en nabestaanden de weg vrij om hun recht te halen.

Wij hebben als fractie nog een tweetal vragen aan burgemeester Kok te weten:

  • Wat zijn uw overwegingen geweest om tot dit besluit te komen ?
  • Is dit besluit besproken in het college ?

Daarnaast hebben wij nog de volgende vraag aan de wethouders:

  • Staat u achter het besluit zoals dat is genomen door de burgemeester en acht u zich medeverantwoordelijk voor de gevolg